Paragrafen

Financiering

Terugblik

Het afgelopen jaar stond in het teken van de naweeën van de coronapandemie, de stijgende rente en de oorlog in Oekraïne en als gevolg daarvan de stijgende energieprijzen.

De economie groeit met 1,6 procent in 2023 en 1,4 procent in 2024. Een aantal remmende factoren vanuit de internationale omgeving drukt de groei. De uitvoer heeft te maken met een afgekoelde wereldhandel, daarnaast lijden de investeringen onder de hoge (geopolitieke) onzekerheid en de hogere rente. Naast internationale ontwikkelingen zijn er ook in Nederland krachten die de groei remmen, in het bijzonder de omslag op de woningmarkt. Het risico dat woningwaardes op grote schaal dalen tot onder de hypotheekhoogte is dankzij hervormingen sinds de financiële crisis ditmaal beperkt. Niettemin hebben de dalende huizenprijzen wel een negatieve invloed op de bestedingen van huishoudens en op de woninginvesteringen.

De inflatie neemt door de lagere energieprijzen snel af, maar de kerninflatie stijgt nog en zal pas in 2024 afzwakken. De groothandelsprijzen voor energie zijn de laatste maanden sterk gedaald. Dit werkt met enige vertraging door op de consumentenprijs voor energie. Maar de inflatie heeft zich inmiddels verbreed, eerst stegen de voedselprijzen en de prijzen van andere goederen, en nu ook de prijzen van diensten. De totale inflatie (cpi) bedraagt 3% in 2023 (inclusief neerwaarts effect van 1%-punt door het prijsplafond) en 3,1% in 2024.

De werkloosheid loopt langzaam op naar 4,1 procent in 2024.

De koopkrachtontwikkeling ziet er komend jaar relatief gunstig uit, maar is voor de meeste huishoudens over de periode 2022 – 2024 bezien negatief.

Een verkenning van de economische en budgettaire ontwikkeling op middellange termijn laat zien dat de overheidsfinanciën de komende jaren verslechteren. Het EMU-saldo verslechtert tot -3,7 procent bbp in 2031, beneden de Brusselse norm van -3 procent bbp. De schuldquote zet een stijgend pad in. De EMU-schuld bedraagt 60,4 procent bbp in 2031, eveneens buiten de EU-norm van 60 procent.
De achteruitgang is het gevolg van de vergrijzing, de extra uitgaven uit het coalitieakkoord en de opgelopen rente.

Deze pagina is gebouwd op 12/07/2023 10:27:43 met de export van 11/22/2023 15:49:00